Jan, hoe ziet de gemiddelde dag van een ‘bordenman’ eruit?
“Het is een pracht van een bijbaan, waar ik na mijn pensionering mee ben begonnen. Ik ben meestal rond een uur of half tien op kantoor, om de lijsten op te halen met borden die ik die dag ga ophalen of plaatsen. Vervolgens maak ik mijn rondje door Oss en omgeving. Maar dat is niet alles: vaak doe ik kleine extra werkzaamheden, zoals een lamp vervangen, spullen ophalen of afval afvoeren. Ook zorg ik dat de kantoortuin er netjes bij lag. Tóch het visitekaartje van het bedrijf.”
Wat maakt je werk zo leuk?
“Om te beginnen: je bent zo vrij als een vogel. Ik voel me volledig eigen baas, niemand vertelt me wat ik ‘moet’. Ik weet van tevoren niet precies hoe mijn dag verloopt, maar dat zie ik juist als een voordeel. En heb ik onderweg vragen of hulp nodig? Dan kan ik altijd iemand op kantoor bellen. Want ik moet zeggen: ik had geen betere collega’s kunnen treffen, bij Van der Krabben behandelen ze iedereen met veel respect.”

Je komt tijdens je werk veel in contact met bewoners. Hoe vind je dat?
“Dat verveelt nooit. Je komt overal, bij verschillende woningen en vaak heb je inderdaad contact met de bewoners. Ik vind dat een van de leukste aspecten van mijn werk. In coronatijd is natuurlijk alles anders, maar in de regel nodigen mensen me geregeld uit voor een bak koffie en een praatje. Heel gezellig!”
Je staat op het punt om te stoppen als Bordenman. Wat geef je je opvolger mee?
“Ik word dit jaar 74. Als ik tien jaar jonger was geweest, was ik zeker nog lekker doorgaan, maar nu is het tijd om het stokje over te dragen. De nieuwe Bordenman moet bereid zijn om een uurtje of tien per week te werken, verspreid over meerdere dagen. Verder is het gemakkelijk als je een beetje handig bent. Vanzelfsprekend werk je netjes en ga je correct met andere mensen om. En heel belangrijk: hou je aan je afspraken. Als je bewoners belooft dat je er om half elf bent, moet je niet om elf uur aan komen. Kwestie van fatsoen, toch?”
Ga je je werk missen?
“Zeker, het is een prachtige baan. Maar gelukkig heb ik genoeg te doen. Tijd doorbrengen met mijn kleinkinderen bijvoorbeeld, en ik heb een grote volkstuin waar ik vaak te vinden ben. En als mijn opvolger het fijn vindt als ik een paar keer mee rijd, dan doe ik dat natuurlijk met plezier!”